Vanaf het begin van de Vijversburg is er al onvrede over de verdeling van de servicekosten met betrekking tot de verschillende wooneenheden binnen de Vijverburg.
En dat heeft een aantal keren de kranten behaald, zie bijvoorbeeld bijgaand artikel uit Nieuwsblad van het Noorden van 9 april 1975.

Ook daarna is het verschillende keren aan de orde geweest maar tot een bevredigde oplossing is het nooit gekomen. De bezwaren zijn onder andere:

• Het verschil in kosten tussen een tweekamer- en driekamerflat is te groot.
• Er is geen verschil in kosten tussen een drie- en vierkamer bungalow terwijl het verschil in oppervlakte vrij groot is.
• Er is geen verschil in kosten tussen een driekamerflat en een vierkamer bungalow terwijl een vierkamer bungalow een stuk rianter is.

Bij aanpassing van de verdeelsleutel houdt dat in dat bewoners van een tweekamerflat en tweekamer bungalow meer gaan betalen. Zij zijn in de meerderheid en in een ledenvergadering werd dit dan ook telkens weggestemd.

Ondanks deze wetenschap is er toch een commissie samengesteld om te proberen een rechtvaardiger systeem te bedenken tot berekening van de servicekosten.
Deze commissie heeft bedacht dat er kosten zijn waarbij de grootte van de wooneenheid geen invloed heeft, zoals personeels- en bestuurskosten. Deze kosten gelijk verdelen over de wooneenheden. Vervolgens zijn er kosten waarbij de grootte van de wooneenheid wel invloed kan hebben, zoals onderhoud en de glazenwasser.
De verdeelsleutel van deze kosten is de oppervlakte van de wooneenheid. Daarnaast zijn er nog een aantal andere zaken waarmee rekening wordt gehouden.

Het gevolg is dat Artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement herschreven dient te worden. Presentatie van het voorstel, inclusief wijziging Statuten en Huishoudelijk Reglement, is geweest op 12 september 2019. Daarna heeft iedereen het voorstel op 18 september 2019 op papier in de brievenbus ontvangen. Het voorstel dat de commissie herziening servicekosten Vijversburg gedaan heeft is tijdens de Algemene Ledenvergadering van 8 oktober 2019 goedgekeurd.